Thomas Acda
Niet of nooit geweest
Ik zie twee mensen op het strand
Vlak bij het water, hand in hand
De zon zakt, ze zwijgen van geluk
Ik ken haar net, want dat ben jij
Ze lacht naar hem, hij lijkt op mij
Maar dat kan niet, want ik maak alles stuk
Ik kan die jongen toch nooit zijn?
Die rust, die liefde, niets voor mij
Maar waarom lijkt het dan toch zo vertrouwd?
Ik heb je lief, zoals je ziet
Maar ergens klopt er hier iets niet
Ik draag een ring maar... 'k heb jou nooit getrouwd...

Ik ben mezelf niet
Of al die jaren nooit geweest
Ik ben de gangmaker op het verkeerde feest
Ik ben mezelf niet of nooit geweest
Ik ben mezelf niet of nooit geweest

Ik zie twee mensen, ze gaan staan
Ze draait zich om, we moeten gaan
Kijk in me ogen en zie dezelfde pijn
Twee mensen eerder al verbonden
Al die verliefdheid, wat een zonde
We zijn het allebei maar willen het niet zijn
Ik ben mezelf niet
Of al die jaren nooit geweest
Ik ben de schoenmaker bij de verkeerde leest
Ik ben mezelf niet of nooit geweest
Ik ben mezelf niet of nooit geweest

Oh, laat het de zon zijn (laat het de zon zijn)
Oh, laat het het strand zijn
Laat het de zee zijn
Laat mij iets doen nu
Waardoor je mij nooit meer wilt zien
O, laat het het zout zijn (laat het het zout zijn)
Laat het mijn allerdomste fout zijn
Maar laat me dit nooit meer vergeten
Nooit meer vergeten
Laat me dit nooit meer vergeten, bovendien

Ik ben mezelf niet of al die jaren nooit geweest
Ik ben mezelf niet of al die jaren nooit geweest
Ik ben mezelf niet of nooit geweest
Ik ben mezelf niet of nooit geweest
Ik ben mezelf niet of nooit geweest.(Ik ben mezelf niet of al die jaren nooit geweest)
Ik ben mezelf niet ook nooit geweest.(Ik ben mezelf niet of al die jaren nooit geweest)