Noisia
Butje
Ja, ja, ja, ja, ja, ja, ja, ja
Ja, ja, ja, ja, ja, ja, ja, ja

[Verse 1]
Ik brak je been met een baksteen
Je zakte door je lemen dak heen
Met een natte zeem strak om je zak heen

Ik zette een setje slappe slippers in de kast
En ik wapperde met mijn wangen
Omdat er geen hele banaan in past

Onvergetelijke ervaring
Onvergefelijke verklaring
Onverbeterlijke bedrading
Overmeesterde de vergadering

We hebben nu een gaatje in de muur
Zodat we naar elkaar kunnen gluur'

We brengen clubs in de stemming als een tank op de camping
En ik veranderde de demping voor mijn tijdelijke kennissenkring
Betreed de onderneming met een vermeende overtreding
Betreffende vreemde lening waar ik verscheen in de schemering

[Chorus]
Ben je butje, ben je een beetje butje?
Ben je butje ben je soms een beetje butje?
Ben je butje, ben je een beetje butje?
Ben je butje ben je best wel beetje butje?

Butje
Butje

[Verse 2]
Terwijl ik met kuitkramp in de kruitdamp
De djankoe uit stamp en dwars door de ruit in de schuit beland
Ik lap regelmatig regels aan mijn laars en tap
Rap flappen uit de muur voor een patatje kebap

We zitten nu al barstensvol van de bananen
Bakken bakken vol met boter en gebraden marmelade
En de kade zit weer vol met piraatjes van de bemanning
Want we werken voor de verandering aan de volgende lange wandeling

Maar als we wandelen gaan we meestal iets te ver
En dan krijgen we aan de stok met een kakker met een 'r'
Meteen moet ik matten met die mattie met die matje
Want we zijn plakkerig en plageriger als een platje

[Chorus]