Kinderen voor Kinderen
Vieze praatjes
Er ligt een grote hondedrol midden op de straat
Hij ligt daar heel rustig en doet niemand kwaad
De buurvrouw van de overkant moest een boodschap doen
Maar zo ineens toen rook zij iets en keek onder haar schoen
Ze krijste en ze gilde: 'Nu is de maat wel vol
Ik trap nu voor de tiende keer in een hondedrol'
Ja, ik weet 't, vieze praatjes
Daar lach je vaak 't hardste om
Een dikke scheet, een schunnig plaatje
En iedereen ligt al krom
Als de les weer-es saai is en veel te serieus
Dan ga ik van verveling aan 't peuteren in m'n neus
Daar draai ik dan een balletje van en plak 'm aan een poot
Als iemand daar dan in grijpt, lach ik m'n eigen dood
En iedereen maar vragen: 'Waar komt dat vandaan?'
Dan zeg ik met een rooie kop: 'Ikke niet gedaan'
Ja, ik weet 't, vieze praatjes
Daar lach je vaak 't hardste om
Een dikke scheet, een schunnig plaatje
En iedereen ligt al krom
De leraar was niet in de klas, we hadden grote keet
Net voor hij weer binnen kwam, liet ik een dikke scheet
Hij begon te schreeuwen met dichtgeknepen neus
'Wie heeft er één gelaten?, volgens mij een reus'
Maar reuzen die bestaan niet dat is geen gerucht
Iedereen weet een leraar, zit vol gebakken lucht
Ja, ik weet 't, vieze praatjes
Daar lach je vaak 't hardste om
Een dikke scheet, een schunnig plaatje
En iedereen ligt al krom
Ja, ik weet 't, vieze praatjes
Daar lach je vaak 't hardste om
Een dikke scheet, een schunnig plaatje
En iedereen ligt al krom