Kinderen voor Kinderen
Op de wip
Ik heb een klein broertje van nog geen vier
Hij komt tot mijn navel, hij zit me tot hier
Hij komt met zijn tengeltjes overal aan
Reuze beroerd want ik mag hem niet slaan
En dan heb ik ook nog een oudere zus
Zeventien jaar en allang gekust
Zij speelt de baas zodat je wel raait
Uit welke twee hoeken de wind waait

Af en toe denk ik, he verhip
Ik zit hier wel mooi op de wip
Tussen de wal en het schip
Met een broer op mijn schoot en een zus op mijn lip

Als mijn klein broertje van nog geen vier
Ruzie met mij maakt zegt ma: Hoor hier
Een moet de oudste, de wijste zijn
Hou je gemak want je broer is klein
Ik vind het goed hoor, ik vind het best
Laatst kwam mijn zus weer, dat bazig nest
Ik maakte ruzie tot ma het verbood
Hoe je gemak, toen was zij groot

Af en toe denk ik, he verhip
Ik zit hier wel mooi op de wip
Tussen de wal en het schip
Met een broer op mijn schoot en een zus op mijn lip
Wie zit er 's avonds bij pap op schoot
Mijn kleine broertje, want ik ben groot
En wie moet om negen uur binnen zijn
De kleine meid, opeens ben ik klein
Wie mag er creme op haar gezicht
Oudere zus, zij wel allicht
En heel soms mogen de schuifdeuren dicht
Als zij met haar vriend op de bank ligt

Af en toe denk ik, he verhip
Ik zit hier wel mooi op de wip
Tussen de wal en het schip
Met een broer op mijn schoot en een zus op mijn lip

Af en toe denk ik, he verhip
Ik zit hier wel mooi op de wip
Tussen de wal en het schip
Met een broer op mijn schoot en een zus op mijn lip