Cornelis Vreeswijk
De laatste tocht van Een Speelman
Als de rozenmorgen stijgt boven Hemelmora hoog
Wordt een dode uit het dorp weggehaald
Door de heide, door de bloemen, gaat een stille hemeltoog
Terwijl de maan in de hemel is verdwaald
Zware laarzen scheuren het mos in 't weerloze bos
Zware hoofden zijn voorovergeheld
Uit zijn bitter wilde nood reist een dromer, hij is dood
En de dauw ruist geluidloos op het veld
En de kist schommelt zwart door de lente en 't groen
En de morgen wordt stil terwijl ze treurt
Nu verstijft de westenwind, die wil zien wat ze wel doen
Hoort een laars die door de rozen scheurt
't Is alleen maar een speelman, zuchten bomen in het bos
Ja, z'n eenzame jaren zijn voorbij
Als ik wil, zegt de wind, laat ik al mijn stormen los
Ja, en ik laat al mijn orkanen vrij
Over heide en moerassen schommelt hard dood been
Doodvermoeid onder de bleke zon hoog
Maar als eindelijk de avond valt over rots en over steen
Gaat een zware tred door Hemelmora hoog
Zwarte vier, ze keren weer en ze hebben hartezeer
En 't ziet eruit alsof ze in gebeden gaan
En ver weg, op het droge pad, velt een roos zijn laatste blad
En de grond die zij zo zeer hebben gedaan
Laat z'n moeder hem begraven, hij is ver weg in z'n graf
Kijk, daar gaat ze naar het armengesticht
Waarom trappen jullie laarzen ons en breken ons af
Klagen rozen en ze sluiten zich dicht
Het is de Dood, die aan het dansen is in Hemelmora hoog
Zingen distels daar in het distelhof
Ja, hij danste jou tot modder in z'n eigen eerbetoog
Ja, hij danste met de dromer zijn stof
Over gras en grauwe huizen komen nachtwinden suizen
Bleke sterren blinken spaarzaam in de lucht
Over de heide in het westen komt er licht uit armenhuizen
En de waterlelie-modder geeft een zucht
En de storm zingt donker veld en het Haarna-eiland stinkt
Stinkt van woestenij en barre arme nood
Over zwarte woeste wateren speelt de nacht en zingt
Want een speelman en een dromer is dood