Cornelis Vreeswijk
Teddybeer
Ze noemde me haar teddybeer
Het was niet om te harden
Ze lachte me daarbij vriendelijk toe
En ik ging zowat aan flarden
De erotieke dingen
Had ze nauwelijks talent voor
Maar ze noemde mij haar teddybeer
Daar werd ik haast impotent door

Ze noemde me haar teddybeer
Ze kon het echt niet laten
De ware liefde was het niet
Dat had ik in de gaten
Want als ik me aan haar boezem wierp
Omdat ik seksueel was
Dan riep ze steevast: "hou toch op"
En dat het haar te veel was

Nee, ware liefde was het niet
Dat begon ik te begrijpen
Ik mocht haar nauwelijks kussen
En ik mocht haar nimmer knijpen
Ze zei: "mijn lieve teddybeer
Eerst gaan we ons verloven
Gedraag je dus als gentleman
Wil je me dat beloven?"
De raadselen van het leven
Wilde ik haar gaarne leren
Maar als ik het over de liefde had
Had zij het over beren
Zo gauw ik het maar probeerde
Om mijn liefdesgloed te stillen
Dan zei zij: "stoute teddybeer
Hou op of ik ga gillen"

Dus ben ik er maar vandoor gegaan
Ik kon het niet meer horen
Ze leefde niet van achteren
En nauwelijks van voren
Het laatste wat ik hoorde
Was dat ik geen echte heer was
En dat ik niet haar tijger
Maar een rare teddybeer was