Cornelis Vreeswijk
De dolfijnen
Als de dolfijnen aan 't minnekozen zijn
Dan doen ze beslist geen water bij de wijn
De ene doet alles naar de ander z'n wens
Kijk, dat is weer eens iets anders, mens
Ze laten zich zorgeloos gadeslaan
Want er zijn geen gordijnen in de oceaan
Soms met z'n tweeën, soms meer dan drie
Nergens een spoor van mensenjaloezie
Elk krijgt het zijne, jij eerst en dan ik
Ieder z'n eigen volmaakt ogenblik
De zon scheen in het water, in het begin
En nu strooit de nacht er z'n sterren in
Langzaam, heel langzaam, zwemt men uiteen
Afspraken maken, dat doet er niet één
Minnekozen, minnekozen, de vrijheid is goed
En het water is zout, maar de liefde is zoet
Maar wij zijn mensen, nietwaar, Marjolein?
En wij doen liever elkander pijn