Urbanus
Katrien
Ze slaapt in een bed vol raadsels
En ze droomt heel tevree en ontevree
En zelfs als ze wakker wordt
Houdt ze tussen ja en nee

Ze wandelt als een sprookjesnimf
Alles schittert wat ze met haar teentjes raakt
Maar ze ziet niet dat het zomer is
Ze denkt dat het vriest dat het kraakt

Ze dwaalt door een woud vol sluiers
Waar de toverbomen buigen in de wind
Waar de boze wolven huilen
Telkens als de nacht begint

Katrien, Katrien, Katrien
Hoe kan je er zo vreselijk goed uit zien
Terwijl je ongelukkig bent
En 't verschil tussen zon en regen niet meer kent

Je vinger wijst naar links
En je voetje stapt naar rechts
Nee, nooit zag ik zo'n knappe twijfeltrien

Hoewel haar ogen stralen
Ligt haar hartje verzonken in de blues
En dan weent ze bittere tranen
Als het sap van een droeve pompelmoes
Als ze me zo aankijkt
Voel ik haar verdriet maar al te goed
'k Wou dat ik haar kon bevrijden
Maar ik ben ook maar een ridder zonder moed

Ik gaf haar een juweeltje
Omdat ik haar stiekem erg bemin
Helemaal in zilver
Een gevleugelde Egyptische godin

Katrien, Katrien, Katrien
Hoe kan je er zo vreselijk goed uit zien
Terwijl je ongelukkig bent
En 't verschil tussen zon en regen niet meer kent

Je vinger wijst naar links
En je voetje stapt naar rechts
Nee, nooit zag ik zo'n knappe twijfeltrien