Antwerpen is een eeuwigheid
Een oude stad in mijn eigen tijd
Antwerpen is verbondenheid
Tussen jou en mij, ik wil je nooit meer kwijt
Antwerpen is uitbundigheid
Met een glimlach van verlegenheid
Antwerpen is zondigheid
Met natte wangen als je ogen schreit
Antwerpen is licht van zin
En heilzaam voor mij omdat ik jou bemin
Antwerpen is een Don Quichotte
Een ridder, een Sinjoor en een malle god
Antwerpen is een Rubensvrouw
Een hoer net bij de kerk
Met een hondje aan een touw
Antwerpen met je innemende taal
Antwerpen binnen mijn verhaal
Antwerpen is Conscience plein
Antwerpen is het bourgondische leven
Antwerpen heeft geen sluitingstijden
Je gaat 's morgens naar bed
Je gaat weg om half zeven
Antwerpen is de Dageraadplaats
Met een eigen ziel en een eigen volkje
Waar een voetbal tegen de kerkramen kaatst
En hier drinken de volken en iedereen danst
Antwerpen heeft me zacht gemaakt
Antwerpen heeft me niet laten verscherpen
Antwerpen bleef voor me zorgen
Jij haalde me op, iedere morgen
Jij lette erop dat ik mijn pilletje nam
En na alle feesten en partijen
Zag jij ook toe dat ik weer thuis kwam
Ik mocht je niet danken en niet vlijen
In Antwerpen ben ik gelukkkig geweest
Op de Kaai, dagenlang, ongeschoren
Neem ik de boot, op het dek
Nog een laatste feest met een bolleke
Om nog één belga bezworen
Amaai, aju
Amaai, aju
Amaai, aju
Amaai, Salut!