Spring
Appelmoesblues
[Strofe 1]
Ik zal je eens vertellen
Wat ik het liefste eet
Het kleeft en is goudkleurig
En het liefst eet ik het heet
Waarvan ik hou is appelmoes
Die fijne zoete spijs
Alleen nog maar die warme geur
Brengt mij al van de wijs

[Refrein]
Tsji boe tsji boe tsji boe di boedoe
De appelmoes de appelmoesblues
Tsji boe tsji boe tsji boe di boedoe
De appelmoes de appelmoesblues

[Strofe 2]
Je neemt een tiental appels
En snijdt ze middendoor
Je hakt ze dan in stukjes
En mengt er suiker door
Je zet de stoofpot op het vuur
Brengt alles aan de kook
Het water komt al in mijn mond
En bij jou zeker ook

[Refrein]
Tsji boe tsji boe tsji boe di boedoe
De appelmoes de appelmoesblues
Tsji boe tsji boe tsji boe di boedoe
De appelmoes de appelmoesblues

[Strofe 3]
Zeg weet je wat ook zoet is
En warm tegelijk
Dat is de zoete liefde
Waarvoor ik altijd weer bezwijk
Ik moet je iets bekennen
Iets wat je nog niet weet
Ik had ooit eens een meisje
Dat ik nooit of nooit vergeet
Ze leerde mij een nieuwe smaak
De smaak van appelmoes
En telkens als ik die weer proef
Zit ik nu met de blues

[Refrein]
Tsji boe tsji boe tsji boe di boedoe
De appelmoes de appelmoesblues
Tsji boe tsji boe tsji boe di boedoe
De appelmoes de appelmoesblues