[Strofe 1]
Daar op het einde van de straat
Waar die grote villa staat
Daar woonde Anna
Ze was amper 15 jaar
Haar pa was rijk en welgesteld
Dat had ze mij een keer verteld
Ja zo was Anna
En ik was verliefd op haar
Maar het leven kan soms hard zijn
Want haar vader mocht me niet
Hij vond mij maar een verdomde armeluis
En als ik dan een bezoek bracht aan die wondermooie griet
Smeet die ouwe mij gewoonweg uit zijn huis
[Refrein]
Te min voor Anna
Te min voor Anna
Ik was doodgewoon geen rijkeluiszoon
Maar wel te min voor haar
Te min voor Anna
Te min voor Anna
Ik was wie ik was
Een arme paljas
Levensgroot gevaar
Voor haar
Voor haar
[Strofe 2]
Een week geleden op een feest
Waar ik even ben geweest
Daar danste Anna
En dan voelde ik me raar
Ze keek me aan
En kwam naar mij
Mijn liefde was ineens voorbij
Maar niet voor Anna
Ik was nu alles voor haar
Maar het leven kan soms hard zijn
Want ik zag haar niet meer staan
Das de trots van een verdomde armeluis
Dus ik liet haar snel men rug zien
Alsof zij nooit had bestaan
Ik verliet de keet en ging gewoon naar huis
[Refrein]
Te min voor Anna
Te min voor Anna
Ik was doodgewoon geen rijkeluiszoon
Maar wel te min voor haar
Te min voor Anna
Te min voor Anna
Ik was wie ik was
Een arme paljas
Levensgroot gevaar
Voor haar
Voor haar
[Brug]
Maar het leven kan soms hard zijn
Want ik zag haar niet meer staan
Das de trots van een verdomde armeluis
Dus ik liet haar snel men rug zien
Alsof zij nooit had bestaan
Ik verliet de keet
En ging gewoon naar huis
[Refrein]
Te min voor Anna
Te min voor Anna
Ik was doodgewoon geen rijkeluiszoon
Maar wel te min voor haar
Te min voor Anna
Te min voor Anna
Ik was wie ik was
Een arme paljas
Levensgroot gevaar
Voor haar
Voor haar