Blikken versiert met versiersels vol kleurige kraaltjes, glimmertjes, glitters, steentjes
Zorgvuldig verzameld
Ze kijkt er zo graag naar
Ze denkt nog zo graag aan de tijd dat het haar sieraden waren
Haar sieraden waren

Dozen vol brieven, papiertjes, muntjes
Knipsels uit kranten en schriften
Zorgvuldig bewaard
En ze houdt in haar handen enveloppen met foto's
Zwart-wit, vergeeld en verdroogd

Scherven raapt ze bij elkaar
Ze wikkelt ze voorzichtig in doeken
En voor later bewaart ze
Van geluk en van ellende
Schrijft ze hele boeken vol verhalen over mensen
Die ze in een vorig leven kende
En

En ze legt de dozen onder het bed
De boeken in de kelder
En de enveloppen op een derde plank van boven
Ze zegt
Versierde blikken ver weg in kasten achter in het huis
Haar oude huis versierd met herinneringendingen
En ze onthoudt het, ze onthoudt het, ze onthoudt de plekken
Maar niemand kan het vinden
Het verleden van haar nemen
Of vroeger van haar stelen, stelen, stelen
En morgen wordt ze wakker
En is het tachtig jaar geleden
Ze heeft nog niet geleden
Morgen wordt ze wakker
En is het tachtig jaar geleden
En ze leeft in haar verleden
Morgen wordt ze wakker
En is ze alles weer vergeten