Paul de Munnik
Goed Jaar
[Verse 1]
't Was een bijzonder goed jaar
Het jaar dat ik zeventien was
't Was een heel erg goed jaar
In een dorpje met haar
Waar de zomer begon
Op het gras, in de zon
En ik de toekomst kon zien
En ik was zeventien

[Verse 2]
Ook een heel erg goed jaar
M'n eenentwintigste jaar
Een voortreffelijk jaar
Waar ik woonde met haar
In de Pijp en in Oost
En ik eindelijk koos
En ik verbeeldde me klaar
Met eenentwintig jaar

[Verse 3]
Toen ik vijfendertig was
Dat was een heel erg goed jaar
Een niet te geloven goed jaar
Op de toppen met haar
Waar geen grens meer bestond
Ik vloog de wereld rond
En altijd eerste klas
Toen ik vijfendertig was

[Verse 4]
En nu ik halverwege ben
Misschien nog wel later in het jaar
Zie ik het leven als een Vin de Margaux
Vol en rijp in het glas
En nog zo speels als ik was
Niet te zoet, niet te zwaar
Van een bijzonder goed jaar