Faberyayo
Aanstelbender
[Verse 1]
Ben een overdreven knalfanaat, ogen scheef, halve maan
Ergens tegenover een steeg in de Kalverstraat (Waar ben ik?)
Oh nee, het is alweer half twaalf, ik heb weer mal gedaan
Zelfs het paard in de gang is allang weer naar z'n stal gegaan
Oh nee (Wie zijn deze mensen?)
Haal me weg, maak me dood, laat me leven
Normaal lijkt alweer zo lang geleden
Ik ben een vloek en een schim en een gek in de spiegel
Druppels op m'n rug en m'n nekje dat kriebelt
Mensen roken peuken uit asbakken (Gatverdamme)
Ik wil alles van ze afpakken
Ik wil gillen, ik wil rennen, ik wil niks
Verschrikkelijke zin in X-A-N-A-X
Wil mezelf uitgummen en wegblazen als restjes rubber

[Hook]
Ben op een aanstelbender, niemand durft naar huis
Niemand durft naar huis
Op een aanstelbender, niemand durft naar huis
Niemand durft naar huis
Ben op een aanstelbender, niemand durft naar huis
Niemand durft naar huis
Ben op een aanstelbender, niemand

[Verse 2]
Oh nee, oh ik moet, oh ik ben erg
Oh oh oh, ik kan niet opstaan
Oh ik ben opgestaan maar ik had een drankje in m'n handen
Dat is over m'n broek heen gevallen
Niemand heeft het gemerkt
Ik heb geen schoenen meer aan
Ik heb één schoen aan
Ik ben in m'n eigen huis
Ik kan niet eens naar huis