Nino
Rood licht 2
[Verse 1: Nino]
Je vraagt je vast af, hoe het is afgelopen
Zij vertelde mij de waarheid, ik moest erin geloven
Ze heeft dus al een kind, dat is opzich wel logisch
Maar de manier waarop, heeft mij toen destijds gebroken
Als Dio’s tijdmachine echt was
Dan had ik hem berooft
Want ooit was het dus mijn favoriete kleur
Maar nu denk ik aan verdriet als ik denk aan de kleur rood
Nadat ze had verteld, wat ze voor haar geld deed
Stond ik klaar om haar te bevrijden
Ik vroeg wie is je pooier, vanaf nu gaat alles over
Stop met werken en kom wonen bij me
Tuurlijk samen met je kleine, hij zal op je lijken
Ik zal een vader voor hem zijn, ik kan hem begrijpen
En ook al heb je zoveel mannen gehad, de liefde ontbrak
Ik ben met God, een tweede kans verdien ook jij
Het enige wat jij moet doen, is alles laten
Niet meer terugdenken aan toen, laat staan met ze praten
Ze zei me pooier komt me halen, dat wil je niet ervaren
Ik moest lachen en ik zei: ook op wolven kan je jagen
Ze zei: je vindt dit grappig, stoer doen en nu lachen
Is dit weer die ego die weer eens praat bij jullie mannen
Ik zag opeens een kant die ik nooit van haar verwachtte
Ze hing op en liet me weer achter

[Verse 2: Nino]
Zij was de dame die ik leuk vond op school toen
Hoe kon het nou zo zijn, dat ik me zo voel
Mis loyaliteit, misschien ben ik te old school
Ze hing op in me oor, hoe kon zij nou zo doen
Ik sprak haar dagen niet, de dagen werden weken
Zocht steeds meer contact, maar zij vermeed het
Ik was mijn trost kwijt en mijn boosheid vergeten
Zocht haar op haar werk, desnoods om haar te smeken
Dus ik stond voor haar raam, zij schrok liet een traan
Verstopte zich naakt, tot ik weg zou gaan
Maar ik bleef, geen gemaar ik zei kom van die raam
Stop doe niet raar en doe open en praat
Ze liet me binnen, ik zag iemand verstoppen
En zag het was een jongen
Ze zei: hij is de reden van mijn gezondig
Ik heb twee kids en hij is mijn nieuwste wonder
Ik vroeg waar ben je aan begonnen
Hij is pas drie jaar ofzo, wordt het nog mooier
Shit, en dat werd het ook
Want z’n vader kwam binnenlopen, het was de pooier