Engel & Just
De Nacht
[Verse 1]

Laat me een paar regels de collega van Deelden [?] spelen
Wandel mee met me door de stad
Waar ik eventjes burgemeester ben van de nacht
En waar de taxichauffeurs de stadsbussen al hebben vervangen
En dwars door die dikke döner kebab lucht karren [van alle bakken] de Turkse bakkers
En Neonletters zeggen “Open”, man, een overload aan TL-licht
En ook de popo die slaapt niet, (maar) knijpt zijn ogen soms wel dicht
Ik zie nieuwe moeders te [?] met potentiële papa’s aanpappen
Terwijl de kersverse vaders nog wat welverdiende slaap pakken

[Chorus]

‘t Is een ode, een ode aan de nacht
‘t Is een ode, een ode aan de nacht
Het is een ode, een ode aan de nacht
En ik kan me niet verzetten
Tegen de schoonheid van de stad

[Verse 2]

Terwijl de kersverse vaders nog wat welverdiende slaap pakken
Dwaal ik door de nacht, de straten zwart, en ik ben klaarwakker
En loop wat, zie een nacht bad, waar ze zingen tot het licht wordt
Waar het bier vloeit, het geld rolt, je kan drinken tot je instort
Waar volslagen onbekenden na vanavond beste makkers zijn
En meezingen met Hazes, waar geen plaats is voor het chagrijn
En ik slenter door, zonder doel, genietend van het uitzicht
In een stad waar ik verdwalen kan, maar wat al tien jaar mijn thuis is
De dag, die pas voor mijn begint wanneer het donker wordt
De nacht, die eindigt met een klap wanneer de zon opkomt
Ja, dit is een ode

[Chorus]

Een ode aan de nacht
‘t Is een ode, een ode aan de nacht
Het is een ode, een ode aan de nacht
En ik kan me niet verzetten
Tegen de schoonheid van de stad