Snelle
Stil Hier In M’n Stamcafe
Ze noemen dit het einde van de wereld
Maar dat is hopelijk nog niet zo ver
En er is niet te beleven, verveel me nu al even
Geen kroeg en geen werk
Er is niets om over naar huis te schrijven
Dat kan ook niet als ik thuis moet blijven
Ken elk biertje en ieder type wijn
Wil nergens liеver zijn
‘T is stil hier in m’n stamcafé
Want ik mag niet meer gaan
Waar m’n zuipfiеts nu al maandenlang
In de schuur moet blijven staan
En af en toe kan de smaak van het bier me nog verleiden
Zodat ik in gedachten in mijn kroegje kan verblijven
Ver weg van alles en niemand echt dicht bij me
Het zijn zware tijden, ‘t is stil hier in m’n stamcafé
Alle lampen die zijn uit en ik zit nog steeds thuis
Er is niks te beleven hier
Als je een feestje vieren wil, in het hartje van het dorp
Dan hoef je niet te blijven hier
Daar waar ik al die tijd de barvrouw nog het meest mis
Daar waar de barman sinds die tijd een stukadoor is
Daar waar mijn lege glas normaal meteen weer vol is
De deur nu op slot is
Er is niets om over naar huis te schrijven
Dat kan ook niet als ik thuis moet blijven
Ken elk biertje en ieder type wijn
Wil nergens liever zijn
‘T is stil hier in m’n stamcafé
Want ik mag niet meer gaan
Waar m’n zuipfiets nu al maandenlang
In de schuur moet blijven staan
En af en toe kan de smaak van het bier me nog verleiden
Zodat ik in gedachten in mijn kroegje kan verblijven
Ver weg van alles en niemand echt dicht bij me
Het zijn zware tijden, ‘t is stil hier in m’n stamcafé
Want het was er stampes druk, viel er tien keer van m’n kruk
Stil hier in m’n stamcafé
Met drie tientjes in pot, lachten wij ons daar kapot
Stil hier in m’n stamcafé
Er is geen hond meer te bekennen, ik kan er niet aan wennen
Stil hier in m’n stamcafé
Zo stil hier in het zuiden, geen weekend meer te luiden
Stil hier in m’n stamcafé
Want ik mag niet meer gaan
Waar m’n zuipfiets nu al maandenlang
In de schuur moet blijven staan
En af en toe kan de smaak van het bier me nog verleiden
Zodat ik in gedachten in mijn kroegje kan verblijven
Ver weg van alles en niemand echt dicht bij me
Het zijn zware tijden, ‘t is stil hier in m’n stamcafé