Herman van Veen
Ben
Ben ik
De merel, ik zing
Ben ik
Het knarsen van het hek
De lichte huivering

Ben ik de boterbloem
Smeer ik de wonden zacht
Ben ik de man die langzaam loopt
De snik, de jammerklacht

De wolk die dikke tranen giet
Het tuiltje plastic rozen
't Verweerde marmer
En uitgebloeid
Vergeet-me-niet

Ik ben het gras
En de bemoste zerk
De bank, de tuinman
Aan het werk

Ik ben de man, de vrouw, het kind
De namen, cijfers in het steen
Het pad met knerpend grind
En verder nog het lijk
Verterend in het graf
En natuurlijk ook
De lege plek als straf
Voor domweg
Lief te hebben

Ben ik
De merel, ik zing
Ben ik
Het knarsen van het hek
De lichte huivering

Ben ik het gras
En de bemoste zerk
De bank, de tuinman
Aan het werk

En verder nog het lijk
Verterend in het graf
En natuurlijk ook
De lege plek als straf
Voor domweg
Lief te hebben