Herman van Veen
Wat de oude vrouw bad
Hoor wat de oude vrouw zei toen ze bad
Ik heb een goede man gehad
Een hele beste man
Ik was er vreselijk verdrietig van
Toen hij mij werd ontnomen
Nu zal ik spoedig in de hemel bij hem komen
Een beste man maar zo jaloers van aard
Een man die me heeft aangestaard
Met een omfloerste blik
Terwijl er niemand kuiser was dan ik
Wat werd hij opgewonden
Als andere mannen mij toch ook wel aardig vonden
Straks in de hemel zei de oude vrouw
Begint opnieuw de huwelijkstrouw
En dan is het gedaan
Met rustig op mijn eigen benen staan
Het zal mijn man verdrieten
Als er daar engelen zijn waar ik goed mee op kan schieten
Heer zei de vrouw het is al bijna tijd
En heer de hemel is toch wijd
Dus heb ik een verzoek
Verstop mij ergens in een verre hoek
Want wist hij van mijn sterven
Hij zou voor eeuwig al mijn zaligheid bederven