Herman van Veen
Naar huis
Als je weten wil
Van toen je klein was
Dat alles nog te overzien
Dat toen je nog bij ons was
Dat wij uren op je kamertje
Behangen en beschilderd
Elkaar in de maling
En in de armen namen

En namen bedachten
Voor dat wat zichtbaar was
Als een onverwachte zomerbui
Op komst
Dat we bezeten
Kritisch en onwetend
Jouw bedje hebben uitgezocht
Toen je nog zo klein was als een speen

Als je weten wil
Dat de wereld overzichtelijk was
Toen je bij ons was
Dat wij uren aan je dachten
Omdat je nog niet uit ons was
En nooit uit de gedachten

Dat we lachten
Om de kwaaltjes die
Je meebracht
En dat papa in de nachten
Als mama lag te woelen
Alleen nog maar aan jou dacht
Zijn grote handen stilletjes
De wacht
Hielden bij jouw huisje
Hoe wij dan zacht en rustig
Werden
Als je weten wil
Als je liefde hebt gevoeld
Dat jij gemaakt bent
En enkel en alleen
Uit onmetelijke binding met elkaar
Oké
En ook een tikkie
Nieuwsgierigheid
Naar de combinatie
Dat je een schot in de roos
Niet te missen
De mooiste kers
Op de smakelijkste taart
En alle clichés
Over wat mooi is en waar

Als je weten wil
Van onvoorwaardelijk en waar
Van licht en zwaar
Van troost en wat wij
Er nou van vinden
Als je ons wilt vinden
Als je weten wil van thuis
Kom dan maar naar huis