Herman van Veen
De tijd
Je trouwt snel als je twintig bent
En na een paar jaar krijg je het druk
Met drie, vier kinderen, ach dat went
Je hebt geen tijd meer voor geluk
Tussen de vloeren en de vaat
De vuile was en het fornuis
Sta je niet stil, ook al vergaat de wereld
Jij bent bezig thuis

Is dit een grap
Of om te huilen
Is er iemand die haar benijdt
Wie zou er met haar willen ruilen
Dag in, dag uit
Waar blijft de tijd

De koffie pruttelt op het vuur
De kinderen spelen, en je man
Zit achter een krant als achter een muur
De dagen glijden door je hand
De kinderen zijn vandaag nog klein
Maar morgen groot, je denkt waarom
Kan ik alleen maar ouder zijn
De foto van je jeugd trekt krom

Is dit een grap
Of om te huilen
Is er iemand die haar benijdt
Wie zou er met haar willen ruilen
Dag in, dag uit
Waar blijft de tijd
De zondag is niets dan een pak
Netjes gestreken 's avonds laat
Wat bloemen in de vaas
Een tak in bloei, wat altijd aardig staat
En deze levenslange sleur
Duizenden passen ieder uur
Tussen de tafel en de deur
En van het kastje naar de muur

Is dit een grap
Of om te huilen
Is er iemand die haar benijdt
Wie zou er met haar willen ruilen
Dag in, dag uit
Waar blijft de tijd