Herman van Veen
De man die zelfmoord wilde plegen
Er was een man die dolgraag zelfmoord wilde plegen
Waarom precies, dat was hem zelf niet goed bekend
Hij had die drang bij zijn geboorte meegekregen
Zoals een ander taalgevoel of zangtalent
En in de lente had-ie enkel het verlangen
Om zich alleen met groene takken op te hangen
Dat is een tamelijk bescheiden wens, nietwaar?
Een mens zijn lust dat is zijn leven, zeg ik maar
Alleen hij kon het niet meteen, al niet als jongen
Toen hij na schooltijd dikwijls aan de spoordijk zat
Och, hij was ziels en zielsgraag voor een trein gesprongen
Om te vergeten, hij wist niet nauwkeurig wat
Hij wou zijn vader en zijn moeder niet verdrieten
En daarom liet ie de gedachte steeds weer schieten
Want een geweten is iets moois, maar als je 't hebt
Dan ben je wel ontzettend zwaar gehandicapt
Hij nam zich voor z'n ouders sterven af te wachten
En had geluk, ze werden geen van beiden oud
Maar zie het leven wordt bepaald door vreemde krachten
En in de tussentijd was hij gewoon getrouwd
Hij had een uitgebreide voorraad slaaptabletten
Die hij vaak telde als de schemering aan kwam zetten
Och, hij kon makkelijk bereiken wat hij wou:
Hij deed het niet, hij had een brave vrouw
En toen die eindelijk gestorven was na jaren
Zag hij de kans tot zijn verdriet nog steeds niet schoon
Om zelf die lang verbeide haven in te varen:
Hij was de vader van een dochter en een zoon
Maar zijn geduld begon zo langzaamaan te slinken
Hij was nu vastbesloten zich te verdrinken
En had de plek al uitgezocht, 't was bij de brug
Hij dacht: hier doe ik het, en God, maak 't toch vlug
Het duurde lang voordat hij klaar was met zijn taken
Maar toen hij voor zijn kinderen nauwelijks meer bestond
Ging hij er op een avond blij een eind aan maken
En bij die brug vond hij toen een zieke hond
Hij had het dier het liefst ter plekke willen wurgen
Maar nee, hij bleef er tot zijn laatste snik voor zorgen
En gaf toen eigenlijk met tegenzin de geest
Hij dacht: wat gaan ze met hem doen, het stomme beest
Er was een man die dolgraag zelfmoord wilde plegen
Waarom dat wist hij niet, al zijn er redenen zat te geven
Ik weet er zo al uit mijn hoofd een stuk of negen
Al heb ik zelf die aandrang nooit zo sterk gehad
Ach, om iets waar te maken van zijn liefste dromen
Had ieder ander het vast niet zo nauw genomen
Maar hoe dan ook, dat heeft die man dus wel gedaan:
Hij is gewoon als ieder ander doodgegaan