Kinderen voor Kinderen
Geld is overbodig
Geld dat heb je niet nodig
Je ruilt toch met elkaar
En geld is overbodig
Geld dat heb je niet nodig
Je ruilt toch met elkaar
En geld is overbodig

De een kan aardig timmeren, die timmert dus een kast
Die geeft 'ie aan een ander waar die kast wel aardig past
Die ander kan goed koken dus die krijgt een goed idee
En zegt aan onze timmerman "kom, eet een weekje mee"

Geld dat heb je niet nodig
Je ruilt toch met elkaar
En geld is overbodig
Geld dat heb je niet nodig
Je ruilt toch met elkaar
En geld is overbodig

De ene heeft een landje vol met winterpeen en ui
De ander die goed breien kan die breit de netste trui
Die trui die kun je ruilen voor die hutspot van 't land
Zo kom je heus de winter door, dus niks meer aan de hand

Geld dat heb je niet nodig
Je ruilt toch met elkaar
En geld is overbodig
Geld dat heb je niet nodig
Je ruilt toch met elkaar
En geld is overbodig
En wie eens niet zo handig is heeft vast wel een talent
Die trekt de gekste bekken of bespeeld een instrument
En loopt 't tegen etenstijd dan hoort u strijk en zet
"Zeg vriendje, d'r staat een maaltijd klaar, en straks ook wel een bed"

Geld dat heb je niet nodig
Je ruilt toch met elkaar
En geld is overbodig
Geld dat heb je niet nodig
Je ruilt toch met elkaar
En geld is overbodig

En geld is overbodig
En geld is overbodig
En geld is overbodig
En geld is overbodig
En geld is overbodig
En geld is overbodig