Cornelis Vreeswijk
13-9-73: Liedje voor Linnea
Linnea, wat wil je horen
Een lied van de zuidenwind
Gedichten als rijpend koren
Muziek die vanzelf begint
Nou heb ik wel twee gitaren
Daar brom ik zo'n beetje bij
Maar vind jij dat wel genoeg, Linnea
En hou je nog wel van mij?
Zit jij nog thuis, Linnea
Het venster is wel verlicht
En wacht je op mij, Linnea
Of lees je een echt gedicht
Ik twijfel en m'n vrienden
Die slaan me op m'n rug
Ze zagen hoe ik griende, Linnea
En dronken werd, veel te vlug
Linnea, ik ga verliezen
Als jij niet in mij gelooft
Misschien gaat het morgen vriezen
En dan is het vuur gedoofd
Je weet hoe ik jou kan warmen
Veel beter dan wie dan ook
En denk ik aan je zachte huid
Dan raak ik al van de kook
Linnea, je bent m'n teugel
En ik een onwillig paard
Ik kan niet meer door de beugel
En dat is geen stuiver waard
Maar wat je vandaag moet horen
Al is dat geen mooi gedicht
Is dat ik jou zal vinden, Linnea
Desnoods met mijn ogen dicht
Linnea, ik rijg m'n woorden
't Zijn stenen aan rafeltouw
Ik ram met gitaarakkoorden
Maar dat doe ik alleen voor jou
En als dit soms te rauw klinkt
Dan gaat dat nooit voorbij
Ik kan niet anders zingen van liefde
Zo hield je eenmaal ook van mij