Harrie Jekkers
Hoge Hakken, Echte Koffie
Toos liep dagelijks twee rondjes
's Morgens koffie, 's middags thee
Kopjes, lepels, melk en klontjes
Reden op haar wagen mee
Kwam ze binnen riep ze: Koffie, mensen
's Middags riep ze: thee
Iedereen had zo zijn wensen
En daar hield ze rekening mee
Ze stelde iedereen tevreden
Al wilde men zijn koffie lauw
Vrolijk kwam ze aangereden
Tenzij men meer dan koffie wou
Zo vroeg de heer Van Wijck vaak of-ie
Haar eens op haar kont mocht slaan
Hem ging het niet zozeer om koffie
Maar om een keertje vreemd te gaan
En dan zei Toosje naast haar wagen
Hooggehakt en wit geschort
Zeg Van Wijck; mag ik eens vragen
Kom jij thuis misschien te kort?
Van Wijck zei: je wil je laten pakken
Dat zie ik zo, ik ben niet dom
Met dat schortje en die hakken
Meid, dan vraag je er toch om?
Met dat schortje en die hakken
Meid, dan vraag je er toch om?
Van Wijck stond op, het oude liedje
En werd ongewenst intiem
Maar Toosje smoorde met een knietje
Zijn avances in de kiem
Toos, die nam meteen de kuiten
Van Wijck lag jodelend op de grond
Naar zijn koffie kon-ie fluiten
En ook naar Toosjes fraai kont
Maar toen ze 's middags met de thee kwam
Was Van Wijck geheel hersteld
Hij vroeg haar of ze meekwam
En bood Toos een tiet met geld
Toos zei: ga maar naar de hoeren
Maar toen kneep hij in haar bil
Toos dacht: dat wordt strakkies vloeren
En gaf preventief een gil
Uit alle hoeken, gaten, kieren
Schoten mensen Toos te hulp
Van Wijck dook vlug in zijn papieren
En sloot razendsnel zijn gulp
Toos stond trillend op haar hakken
Maar Van Wijck, die hield zich dom
Hij zei: ze wou zich laten pakken
Eerlijk waar, ze vroeg erom
Hij zei: ze wou zich laten pakken
Eerlijk waar, ze vroeg erom
"Hij liegt", zei Toos "hij moet verdwijnen
Hij had me bijna aan de haak"
Het was haar woord tegen het zijne
En hij was langer aan de zaak
Van Wijck werd met de dag brutaler
Hij ging zelfs dreigen met geweld
Zijn gedrag werd steeds banaler
Hij bood Toosje steeds meer geld
Toen zij met thee kwam, op een keer
Trof zij de heer Van Wijck niet aan
Ze zette, hup, zijn bakkie neer
En wilde vlug weer verder gaan
Maar toen zag ze op het nippertje
Plotseling het geld
Dat het kleine geile wippertje
Alvast voor haar had neergeteld
Toos bedacht zich geen seconde
Nam meteen de flappen mee
Ging weer verder met haar ronde
Toen kwam Van Wijck van de wc
Kwaad riep hij: ik ben bestolen
En die Toos heeft het gedaan
Kortom, dat werd weer samenscholen
En ook Toosje kwam eraan
Van Wijck, die schreeuwde: vuile dief
Geef op mijn geld en vlug
Maar Toosje antwoordde poeslief
Je krijgt je centen niet meer terug
Je hebt teveel met geld gezwaaid
Van Wijck, en dat is dom
Dan word je vroeg of laat genaaid
Ja, dan vraag je er toch om