Boudewijn de Groot
Sonnet Voor A
Ach als ik soms de zee zie en het strand
Der duinen blonde koppen in de wind
Als ik mijn leven weer eens doelloos vind
En niets meer wil dan dwalen door het land
Ach als ik soms een vogel hoor en 't ruisen aan de waterkant
Van een rivier zich slingerend als een zilver lint
Als ik weer zo zou willen zijn als 't kind
Dat spelend waterdruppels opjaagt met zijn hand
Dan is 't alsof ik jou zie lopen
Door het landschap bloemen in je haar
Jij die mij slechts vergeefs laat hopen
Ach waren we maar eenmaal bij elkaar
't moment zou ik met alles willen kopen
Met bloemen tranen vogels - zeg het maar