Boudewijn de Groot
Op Weg Naar Mijn Lief
Op weg naar mijn lief
Ging ik langs warme huizen
Waar bandeloze vrouwen me aanbaden
Maar waar ik ze ook streelde
Ik kon maar niet vergeten
Dat ik op weg was naar mijn lief
Ze zei:
Laat je niet verleiden
Maar kom in mijn armen
Want tot het einde der dagen
Heb ik je lief
Op weg naar mijn lief
Kwam ik bij koele meren
Waar roekeloze maagden zich in baadden
Maar hoe ik ze ook zag wenken
Ik moest er steeds aan denken
Dat ik op weg was naar mijn lief
Ze zei:
Laat je niet verleiden
Maar kom in mijn armen
Want tot het einde der dagen
Heb ik je lief
Op weg naar mijn lief
Trok ik door verre landen
Waar mannen zonder ogen voor me baden
Waar moeders zonder kinderen naar me keken
Waar kinderen zonder moeder
Zonder hoop en zonder huis naast me bezweken
Waar huizen zonder ramen
Zonder daken zonder mensen brandden in de
Nacht
Waar alles tevergeefs was, zonder kracht
Alleen de rijken en de sterken
Alleen de legers en de kerken
Alleen de macht
Maar ik moest trachten te ontkomen
Want ik had me voorgenomen
Dat ik op weg was naar mijn lief
En toen ik eindelijk thuiskwam
Was mijn lief zo wijs en zacht
Ze zei:
Laat je niet misleiden
Hier in mijn armen
Maar ga naar al die landen
Help eerst de allerkleinsten
En tot het einde der dagen
Heb ik je lief