Boudewijn de Groot
Het Spaarne
Het Spaarne stroomt
Het Spaarne stroomt
Het Spaarne stroomt voorbij
Voorbij de stad waar niets meer wordt geladen
Er liggen voor de waag geen schepen meer
Ze varen door want de bolders en de kaden
Hebben plaatsgemaakt voor het verkeer
En het Spaarne stroomt
Het Spaarne stroomt
Het Spaarne stroomt voorbij
Zoals het steeds voorbij zal blijven stromen
Het water gaat, wat blijft is de rivier
En wat er ook voor andere tijden komen
Hij stroomt voorbij en blijft toch altijd hier
Het Spaarne stroomt
Het Spaarne stroomt
Het Spaarne stroomt voorbij
Het Spaarne stroomt
Het Spaarne stroomt
Het Spaarne stroomt voorbij
Voorbij de brug, voorbij de laatste huizen
Voorbij de werven en het stoomgemaal
Het Spaarne stroomt, maar niet voorbij de sluizen
Het eindigt naamloos in een zijkanaal