Boudewijn de Groot
De Reiziger
Geef de reiziger een stoel
Geef hem brood en droge kleren
Laat hem zitten bij de haard
Hij is overal geweest
Hij die alles heeft verloren
Hij die nooit iets heeft bewaard
Haal flessen uit de kelder
En haal muziek in huis
Laat iedereen het horen:
De reiziger is thuis
Geef de reiziger het woord
Laat de reiziger vertellen
Maar hij schudt zijn hoofd en wacht
Hij heeft overal gezocht
Hij heeft nergens iets gevonden
En hij heeft niets meegebracht
Hij zegt: ik ben veranderd
Ik ben hier niet meer thuis
Maar laat de kinderen komen
De kinderen van dit huis
Laat de kinderen komen
Laat de kinderen komen
Ik heb aan ze gedacht
Ze zullen mij niet kennen
En ze zullen mij niets vragen
Ze hebben niets verwacht
En niemand zal begrijpen
Wat ik doen kom in dit huis
Maar de kinderen zullen zeggen:
De reiziger is thuis
Geef de reiziger een stoel
Geef hem brood en droge kleren
Laat hem zitten bij de haard
Hij is overal geweest
Hij die alles heeft verloren
Hij die nooit iets heeft bewaard
Haal flessen uit de kelder
En haal muziek in huis
En laat de kinderen komen
De kinderen van dit huis