Boudewijn de Groot
Hogeduin
Daar ligt achter de duinen
De stad waar ik begon
Als groene bloementuinen
Ligt Kennemerland in de zon

De Bloemendaalse lanen
De sloppen van de stad
Waar ik een toekomst droomde
Die ik 's morgens weer vergat

Ik dwaalde in vele steden
In donkere stegen rond
Op zoek naar wie ik liefhad
En die ik nimmer vond

Waar ik ook ging ter jachte
Op buit en nieuwe lust
Hier blijft zij altijd wachten
Hier vind ik altijd rust

De wind is opgestoken
Er komt een storm van zee
En weer blijft mij niets over
Dan rusteloos en mee

Zo ben ik ver van alles
Vervreemd van wie ik had
En zal toch nooit vergeten
De duinen en de stad