Boudewijn de Groot
Het Regent In Antwerpen
[Refrein]
Het regent in Antwerpen
Het stormt over de daken
De bomen zijn kaal
De wolken zijn laag
De leien zijn leeg
De Meir ligt verlaten
Het regent in Antwerpen
Voorgoed na vandaag
[Couplet 1]
De stad was ooit mijn paradijs
Zonder Boom en zonder Slang
We dwaalden samen, Eva en ik
Van dauw tot duister en nachtenlang
Het struikgewas van straat en plein
De groene glooiing van de lei
De koele stilte van de Schelde
Geen schoonheid ging aan ons voorbij
De lichtheid van het bestaan
Was al even licht te dragen
Het einde zou niet eerder zijn
Dan bij het eind der dagen
[Refrein]
Het regent in Antwerpen
Het stormt over de daken
De bomen zijn kaal
De wolken zijn laag
De leien zijn leeg
De Meir ligt verlaten
Het regent in Antwerpen
Voorgoed na vandaag
[Couplet 2]
Vandaag kwam de duivel op onze weg
Gleed ritselend door donkere steeg
En waar het Park vol bloemen stond
Waren de dorre perken leeg
De Kathedraal drong overvol
Van grauwe massa, stom en doof
Onze Lieve Vrouwe zweeg stil
Verdoofd door zoveel ongeloof
En in dat verloren paradijs
Moest de lichtheid het ontgelden
Verdween mijn Eva in het druk geweld en
Liet mij beschaamd
Aan de oever van de Schelde
[Refrein]
Het regent in Antwerpen
Het stormt over de daken
De bomen zijn kaal
De wolken zijn laag
De leien zijn leeg
De Meir ligt verlaten
O, het regent in Antwerpen
Voorgoed na vandaag