Waarheen leidt de reis, oh zonen van het noorden
Westwaarts over woeste zee op weg naar nieuwe oorden
Wat zoekt gij over woeste zee, zo ver van uwer land
Wij zoeken naar de nieuwe grond, geleid door godenhand
Yngwaz' zonen, vaart uit naar de horizon
Ver van ons huis op zoek naar nieuwe grond
Waarom verliet ge uw land, o zonen van het noorden
De zee verslond ons huis en haard en oggst ging verloren
Het tij keerde zicht egen u en honger plaagde uw stam
Wij voeren dit toen winterkou vele levens nam
Yngwaz’ zonen, vaart uit naar de horizon
Ver van ons huis op zoek naar nieuwe grond
Nu dwaalt gij ron op woeste zee, o zonen van het tij
Daar aan de einder ligt ons doel, de goden staan ons bij
Gij koerst nu westwaarts naar het land, over woeste golven
Daar bouwen wij ons nieuw bestaan en velen zullen volgen
Yngwaz' zonen, vaart uit naar de horizon
Ver van ons huis op zoek naar nieuwe grond
Daar wacht ons de toekomst, daar bouwen wij de hal
Waar zee geen dreiging vormt of honger heersen zal
Daar wacht ons de toekomst, daar wacht ons bestaan
Daar feesten wij als goden en drinken tot wij niet meer staan
Yngwaz' zonen, vaart uit naar de horizon
Ver van ons huis op zoek naar nieuwe grond