[Strofe 1]
Kijk Marcel schreeuwt naar de mensen
Die hij in de rij ziet staan
Dag na dag en jaar na jaar
Om naar hun werk te gaan
Hij stond er zelf ook ooit nog tussen
Tot ie niet meer nodig was
Sindsdien loopt hij voor niets of niemand
Ooit nog in de pas
[Strofe 2]
En hij rookt restjes op van peuken
Die hij in asbakken vindt
En je geeft marcel 1 pintje
En je wordt zijn beste vriend
En dan hoor je zijn verhalen
Ze zijn allemaal echt waar
Hoe hij leeft van wilde beesten
In de bossen rond de stad
Die hij verslindt met huid en haar
[Refrein]
En wij lachen en wij lachen
Wij lachen met Marcel
Wij lachen en wij lachen
Wij lachen met marcel
[Strofe 3]
Want marcel leeft niet van beesten
En dat weet hij zelf heel goed
En al dat fantaseren
Doet hij alleen omdat het moet
Want zonder zijn verhalen
Houdt hij er hier geen dag meer vol
Hij is niet gek maar af en toe
Of bijna de hele tijd
Slaat zijn verbeelding wat op hol
[Refrein]
En wij lachen en wij lachen
Wij lachen met Marcel
Wij lachen en wij lachen
Wij lachen met marcel
Ja wij lachen en wij lachen
Wij lachen met Marcel
Ja wij lachen en wij lachen
Wij lachen met marcel
[Outro]
Koude winteravond
Man zonder gezicht
Domweg doodgevroren
Heel kort nieuwsbericht
Heel diep verontwaardigd
Maar dat slijt al snel
En wij zullen nooit meer
Lachen met marcel